woensdag 14 maart 2018

SJ 6 tegen Vught 2

In een tot gemeenschapshuis omgetoverd woonhuis,  “Ons Home”, trof Stukkenjagers 6 het tweede van Vught. Het intieme zaaltje had iets knus met aankondigingen van een workshop paranormale waarnemingen door middel van foto’s van overledenen of bloemen, de aankondiging van een optreden van de Vughtse Diva’s en een rekje met folders van de KBO. Andries Deliën kreeg met wit aan het topbord in een rustige d4-opening een gelijke stelling met een half-open c-lijn tegenover een half-open e-lijn van tegenstander Kees de Laat. Het werd nooit wild en driest. Met weloverwogen zetten van weerskanten bleef de remise gedurende de gehele partij de meest waarschijnlijke uitslag. Harry Buyvoets had het aan bord 2 lastiger om het evenwicht te handhaven. In een open Siciliaan met a6 en e6 slaagde witspeler Wolter de Vries erin om kleine voordeeltjes als het loperpaar en een geïsoleerde zwarte d-pion te verzamelen. Allemaal niet rampzalig, maar toch lastig om eigen kansen te scheppen. Rond de klok van 3 uur vertrouwde Harry de non-playing captain, Guus van Heck,  toe beduidend minder te staan en dat opgeven in het verschiet lag. Harry speelde met loper, paard en 3 pionnen tegen toren en 6 pionnen nog een behoorlijke tijd geconcentreerd door, maar moest erkennen dat er niks mis was met zijn eerdere taxatie van de stelling en zijn prognose van de uitslag. Op bord 3 moest invaller Theo Mulder het opnemen met wit tegen Sije Zeldenrust. Theo uitte bij het horen van de naam van zijn tegenstander dat deze geen moment rust zou krijgen. Vandaar wellicht de 1.b4 -opening. Het geval wil echter dat de Oerang-Oetan of Sokolsky zowat de huisopening van de Vughtse schaakclub is en 1.b4 dan ook geen paniek bij de zwartspeler veroorzaakte. Het zevende is gewaarschuwd; de Oerang Oetan nakijken is voor de slotronde geen overbodige luxe. Hoe dan ook, Theo kwam geleidelijk onder druk te staan, kreeg een loper op a1 niet echt in het spel en moest uiteindelijk  de koning omleggen. Ook op het vierde bord een invaller, Carlo Butalid, en ook hier een Oerang Oetan, ditmaal met ruil van de e- en de b-pion. Carlo kwam tegen Peter Loman in een eindspel met een loper en pion minder terecht en kon dat ondanks flink tegenstribbelen niet houden. Met een half punt aan de eerste 4 borden, moesten de wonderen van de borden 5 t/m 8 komen. Dat lukte maar ten dele. Invaller Bert Wels, te elfder ure (in feite na twaalven) als 8ste en na later in Vught bleek als 9de speler opgetrommeld,  verweerde zich tegen Jacques van der Vall kranig op het vijfde bord en zou zowaar behoorlijke kansen gekregen hebben indien hij besloten had om zijn paard naar b5 te dirigeren in plaats van zijn loper op dat veld te posteren. Niet voor lang. Na het wegjagen met a6 was er na de terugtocht naar e2 of d3 nog geen man overboord geweest, maar Bert koos voor d7 als vluchtveld. En dat luidde het begin van het einde in. Jammer. Coen Klaassen, onze vierde invaller, nam het met zwart aan bord 6 op tegen Jos Stehmann. Al vrij rap had Coen een overweldigende stelling met een pion meer, een centrum vol pionnen, en een tegenstander met twee h-pionnen naast een lege g-lijn, en een koning die op e8 huisarrest had. Genoeg voordeel om een mataanval op te zetten. Het kon op een gegeven moment op meerdere manieren, maar Coen koos de mooiste met een dameoffer op h8! Paul Vermee kreeg vrijwel vanuit de opening de betere stelling, ook omdat zijn tegenstander Frank Donders insluiten en vangen van Pauls loper op b7 achterwege liet om in plaats daarvan met een loper dood en verderf in de buurt van de witte koning te zaaien. Overtuigend was dit niet en het had ook niet tot snelle opgave van Paul hoeven te leiden, zoals Paul ook later aangaf. Helaas kondigde een “Oh Shit!” aan dat een nul ingevuld kon worden op het wedstrijdformulier. Op het laatste bord scoorde Hans Groffen zijn inmiddels vaste punt. Tegen Steve Koot kwam Hans al in de openingsfase (alle 16 pionnen stonden nog op het bord) een volle toren voor doordat wit met  Ke2 (??) onnodig zijn loper blokkeerde en wat erger was  Pg3+ met slaan op h1 toeliet. Hans maakte geen fout en verzilverde het materiële overwicht gedecideerd. 5.5-2.5 verlies dus. 
aIn een tot gemeenschapshuis omgetoverd woonhuis,  “Ons Home”, trof Stukkenjagers 6 het tweede van Vught. Het intieme zaaltje had iets knus met aankondigingen van een workshop paranormale waarnemingen door middel van foto’s van overledenen of bloemen, de aankondiging van een optreden van de Vughtse Diva’s en een rekje met folders van de KBO. Andries Deliën kreeg met wit aan het topbord in een rustige d4-opening een gelijke stelling met een half-open c-lijn tegenover een half-open e-lijn van tegenstander Kees de Laat. Het werd nooit wild en driest. Met weloverwogen zetten van weerskanten bleef de remise gedurende de gehele partij de meest waarschijnlijke uitslag. Harry Buyvoets had het aan bord 2 lastiger om het evenwicht te handhaven. In een open Siciliaan met a6 en e6 slaagde witspeler Wolter de Vries erin om kleine voordeeltjes als het loperpaar en een geïsoleerde zwarte d-pion te verzamelen. Allemaal niet rampzalig, maar toch lastig om eigen kansen te scheppen. Rond de klok van 3 uur vertrouwde Harry de non-playing captain, Guus van Heck,  toe beduidend minder te staan en dat opgeven in het verschiet lag. Harry speelde met loper, paard en 3 pionnen tegen toren en 6 pionnen nog een behoorlijke tijd geconcentreerd door, maar moest erkennen dat er niks mis was met zijn eerdere taxatie van de stelling en zijn prognose van de uitslag. Op bord 3 moest invaller Theo Mulder het opnemen met wit tegen Sije Zeldenrust. Theo uitte bij het horen van de naam van zijn tegenstander dat deze geen moment rust zou krijgen. Vandaar wellicht de 1.b4 -opening. Het geval wil echter dat de Oerang-Oetan of Sokolsky zowat de huisopening van de Vughtse schaakclub is en 1.b4 dan ook geen paniek bij de zwartspeler veroorzaakte. Het zevende is gewaarschuwd; de Oerang Oetan nakijken is voor de slotronde geen overbodige luxe. Hoe dan ook, Theo kwam geleidelijk onder druk te staan, kreeg een loper op a1 niet echt in het spel en moest uiteindelijk  de koning omleggen. Ook op het vierde bord een invaller, Carlo Butalid, en ook hier een Oerang Oetan, ditmaal met ruil van de e- en de b-pion. Carlo kwam tegen Peter Loman in een eindspel met een loper en pion minder terecht en kon dat ondanks flink tegenstribbelen niet houden. Met een half punt aan de eerste 4 borden, moesten de wonderen van de borden 5 t/m 8 komen. Dat lukte maar ten dele. Invaller Bert Wels, te elfder ure (in feite na twaalven) als 8ste en na later in Vught bleek als 9de speler opgetrommeld,  verweerde zich tegen Jacques van der Vall kranig op het vijfde bord en zou zowaar behoorlijke kansen gekregen hebben indien hij besloten had om zijn paard naar b5 te dirigeren in plaats van zijn loper op dat veld te posteren. Niet voor lang. Na het wegjagen met a6 was er na de terugtocht naar e2 of d3 nog geen man overboord geweest, maar Bert koos voor d7 als vluchtveld. En dat luidde het begin van het einde in. Jammer. Coen Klaassen, onze vierde invaller, nam het met zwart aan bord 6 op tegen Jos Stehmann. Al vrij rap had Coen een overweldigende stelling met een pion meer, een centrum vol pionnen, en een tegenstander met twee h-pionnen naast een lege g-lijn, en een koning die op e8 huisarrest had. Genoeg voordeel om een mataanval op te zetten. Het kon op een gegeven moment op meerdere manieren, maar Coen koos de mooiste met een dameoffer op h8! Paul Vermee kreeg vrijwel vanuit de opening de betere stelling, ook omdat zijn tegenstander Frank Donders insluiten en vangen van Pauls loper op b7 achterwege liet om in plaats daarvan met een loper dood en verderf in de buurt van de witte koning te zaaien. Overtuigend was dit niet en het had ook niet tot snelle opgave van Paul hoeven te leiden, zoals Paul ook later aangaf. Helaas kondigde een “Oh Shit!” aan dat een nul ingevuld kon worden op het wedstrijdformulier. Op het laatste bord scoorde Hans Groffen zijn inmiddels vaste punt. Tegen Steve Koot kwam Hans al in de openingsfase (alle 16 pionnen stonden nog op het bord) een volle toren voor doordat wit met  Ke2 (??) onnodig zijn loper blokkeerde en wat erger was  Pg3+ met slaan op h1 toeliet. Hans maakte geen fout en verzilverde het materiële overwicht gedecideerd. 5.5-2.5 verlies dus.
Guus van Heck