Nu Trump echter de touwtjes in
handen heeft en niet met zijn eigen handen de muur gaat bouwen, is hij hard op
zoek naar talentvolle murenbouwers. Het liefst blank en uit Amerika zelf.
Echter, nadat Arjen Lubach’s video “America
first, the Netherlands second.” wereldwijd viral ging, kunnen we er niet om
heen dat Nederland vanaf nu ook in de schijnwerpers staan bij Trump. Zodoende
kwamen er 20 sollicitanten voor de vacature muurbouwer afgelopen zaterdag naar
Tilburg. Via dit verslag zal ik een advies uitbrengen aan de zittende president
van Amerika. Kijk, dat is nou de enige vergelijking die schakers en een
president met elkaar hebben: ze voeren allebei zittend hun ambt uit.
Tijdens de wedstrijd
Stukkenjagers – Venlo werd al snel duidelijk dat er voor de Stukkenjagers veel
werk aan de winkel was. De Venlonaren probeerden namelijk de jonge gemiddelde
leeftijd van de Stukkenjagers te evenaren, waar ze nog best wel dichtbij
kwamen. Dat Venlo niet te onderschatten was bleek maar weer die dag.
Aan bord 1 speelden twee
wereldleiders tegen elkaar: Orlov tegen Grooten. Na een rustige opening offerde
Herman opeens een stuk tegen twee pionnen. De compensatie zag er goed uit en de
zwarte centrumpionnen hadden een stevige constructie. Ook al was Herman goed op
weg om een degelijke, mobiele pionnenmuur te creëren, Orlov was daar niet van onder
de indruk zag het cement tussen de pionnenmassa al snel broos worden: een paar
zetten later kwam de Rus met een tegenoffer. Hij sloopte het zwarte centrum en
kreeg vele lijnen en actieve stukken ervoor terug. De stelling voor zwart leek
lastig om te verdedigen, zie de analyse van Herman zelf:
Op het 2e bord ontstond een lang gevecht tussen Mark Haast en Henk van Gool. Gewoonlijk zette Mark met wit zijn favoriete Engelse stelling neer. Eerlijk gezegd heeft die stelling wel wat meer weg van een oude kerk waar Botwinnik zich in zijn nopjes zou voelen, dan een hoge muur waar zwart voor zou moeten vrezen. De zwartspeler speelde solide en na een tijd begon Van Gool een dikke zwarte muur op te zetten. Toch won Mark in het middenspel een pion, waarna er een stelling ontstond met 2 torens en een witveldige loper voor ieder. De zwarte muur was stevig opgezet en leek eerst niet te kraken. Maar zoals het vaker gaat bij lopers van gelijke kleur, kon Mark zonder al te veel geweld een ingang in de muur vinden en uiteindelijk het punt binnenslepen.
Hiernaast mocht Bianca de Jong
Muhren het opnemen tegen oud-Stukkenjager
Maarten Strijbos. Dat Strijbos een keer met wit speelde was een complete
verassing, en probeerde hierbij zijn nieuwe kwaliteiten te laten zien. Dit
pakte voor hem goed uit, aangezien er een soort Rossolimo-achtige stelling ontstond.
De muur van Bianca was dus wel te kraken en zo kon Venlo er een punt
bijschrijven.
Stefan Beukema speelde een prima
partij aan bord 4 tegen Rudi van Gool. De broer van Henk was minder goed in het
opzetten van een zwarte muur, zo bleek. In een Winawer hield wit het actieve
spel, maar Stefan zat wel opgescheept met geïsoleerde c-pionnen. En zonder
cement is het lastig om iets met deze bouwsteentjes te doen. Het was te
vergelijken met los zand, dat handig door Stefan werd gebruikt als zandkasteel
voor zijn blote koning. In de complexe verwikkelingen daarna won Stefan een
kwaliteit, maar daarvoor kreeg zwart wel alle koningsvleugelpionnen en een
sterke witveldige loper die op de h1-a8 diagonaal alles in de gaten hield. Echter,
door een blunder van zwart was Stefan er als de kippen bij en profiteerde hij
van zwarts Achilleshiel, de pion op f7. Zwart gaf daarom meteen op.
Op bord 5 kon Lars Vereggen
helaas geen ijzer breken. Zijn tegenstander zette hem helemaal vast en het was
al snel duidelijk dat zwart niet echt veel kon doen. In zo’n stelling speel je
met zwart tegen jezelf, omdat je geen enkele vorm van tegenspel hebt: een soort
mentale muur. Wit zette rustig de duimschroeven verder aan en Lars kon niet
anders doen dan zijn werk stilleggen.
Tijmen Kampman kwam aan bord 6
goed uit de startblokken en kreeg prima spel in een omgekeerde Siciliaanse
Draak. Echter, nadat hij zijn initiële plan niet uitvoerde, kreeg zwart actief
spel. Er resulteerde een toreneindspel, waarin wit 2 verbonden vrijpionnen had.
Dat zag er in eerste instantie zeer goed uit voor wit, maar schijn bedroog op
dat moment: De zwarte koning kon de 2 pionnen makkelijk blokkeren en aan de
andere kant kwam er een onhoudbare lawine aan die Tijmen niet kon stoppen.
Kampman-Nent
Voor climax-overwegingen sla ik
nu een bord over en ga ik naar mijn eigen bord 8, waar ik mocht aantreden tegen
Carsten Fehmer. Na de opening vernam ik een openingsfout van mijn tegenstander
en won daardoor een gezonde pion. Echter, mijn tegenstander speelde daarna best
goed, wat resulteerde in een eindspel toren met loper tegen toren met paard.
Dit eindspel was nog steeds beter voor wit, maar de remisekansen leken hierbij
ook groter. Uiteindelijk gaf mijn tegenstander het punt weg door in de volgende
stelling een onreglementaire zet te spelen:
In bovenstaande stelling speelde
mijn tegenstander 39…Td6+, wat natuurlijk niet mag. Ik zette de klok stil en
zwart stak meteen zijn hand naar mij uit. Ik was echter nog verbaasd over de
onreglementaire zet en ik dacht dat zwart opgaf omdat hij alleen maar een
onreglementaire zet had gespeeld. De wedstrijdleider kwam erbij en stelde de
klok opnieuw in. Opnieuw stak mijn tegenstander zijn hand uit, en ik had nog
steeds niet door dat je bij een onreglementaire zet het stuk waarmee je gezet
hebt, ook aangeraakt hebt en dus met dat stuk moet spelen, wanneer de stelling
weer is teruggezet. Hierdoor verliest zwart meteen zijn toren, aangezien hij
zijn toren ertussen moet plaatsen. Ineens snapte ik het en nam ik voor de 3e
keer toch maar de hand aan, een punt binnenslepend voor de Stukkenjagers.
Aan bord 9 speelde Mart met zwart
tegen Thomas Neuer. Door een onnauwkeurigheid van wit in de opening kreeg zwart
prima spel. Echter, de stelling bleef gesloten en de stelling werd nooit echt
spannend. De zwarte dame ging nog op pionnenroof, maar wit had genoeg tegenspel
om zelf ook binnen te komen op de 7e rij. Het gelijke eindspel wat
zou kunnen ontstaan werd vermeden en werd er terecht het punt verdeeld.
Op het laatste bord mocht
Henk-Jan optreden tegen jeugdtalent Siem van Dael. Toch een beetje een spannend
bord, aangezien jeugdspelers op die leeftijd uiterst gevaarlijk kunnen zijn. Ik
heb dat als jeugdspeler ook meegemaakt. De underdog zijn in KNSB-partijen en
dan de oudere tegenstander flink in de pan hakken. Echter, dit keer was
Henk-Jan misschien wel de underdog, gezien de hogere rating van Siem. Maar
Henk-Jan nam meteen het initiatief en stond eigenlijk na 12 zetten gewonnen. De
winstvariant was niet zo makkelijk te vinden, en zwart wist zich er handig uit
te wurmen. Uiteindelijk ontstond er een toreneindspel die voor beide kleuren
niet te winnen was.
De laatste partij spelende was
die van Anne tegen Thijmen Smith, die recentelijk terugkwam uit Zuid-Korea.
Anne had na een tamme witte opening ruimtevoordeel gekregen en zette dat om in
een kansrijke stelling. Misschien had er wat meer ingezeten voor zwart, maar er
ontstond een eindspel van toren tegen twee stukken, waarin wit goed moest
verdedigen om niet te verliezen. Echter, de witte vrijpion werd erg gevaarlijk
en Anne liet deze opzettelijk promoveren. Zo ontstond er een interessante
materiaalverhouding: een witte dame tegen het zwarte leger van loper, paard en
2 pionnen. Materiaal gezien beter voor wit, maar in dit eindspel was het zwart
die op winst speelde. Helaas is de dame toch een sterk stuk en verloor Anne
eens stuk door een dubbele aanval. Het uithoudingsvermogen van wit werd hierbij
beloond en kon Venlo het winnende punt erbij schrijven. Eindstand 4-6.
Na onze nederlaag, zou ik
president Trump van harte aanraden om alle Venlonaren in te huren als
murenbouwers. Dan komen we ze in ieder geval het volgende KNSB-seizoen niet
meer tegen in de 1e klasse. Misschien kunnen we dan volgend seizoen
wel een keer kampioen worden. Succes verzekerd. It’s true.
Nick Bijlsma
Nick Bijlsma
Geen opmerkingen:
Een reactie posten