dinsdag 6 december 2016

Semper perfide en het notatieformuliertje


We hebben het hier over de ondertitel van ons notatieformulier. Het viel me onlangs op toen ik dit formuliertje voor het eerst wilde gebruiken. Door mijn aangeboren achterdocht lees ik altijd de kleine lettertjes. Ik realiseerde me meteen dat ik dit formulier nooit zou kunnen ondertekenen. Welke classicus herbergt onze club die dit heeft bedacht. Het moet iemand zijn die per ongeluk het gymnasium gehaald heeft. Het kan echter ook een arts of een priester zijn. De laatste twee hebben genezende pretenties, maar omdat ze al afgestudeerd zijn, lopen we geen verhoogd risico. Ze krijgen de klanten met genoeg bijgeloof om eraan te kunnen verdienen. De gymnasiast is een gevaarlijke, hij moet redelijk slim zijn maar we weten niet wat zijn beroep is. Hij is de ‘lone wolf’. Als hij een jaar of 14 is kun je nog vragen: ‘Wat wil je later worden kereltje?’ De arts heeft zijn beroepsgeheim en de priester zijn biechtgeheim. Volgens mij zei Louis Ferdinand Céline al, dat alleen gezonde patiënten zijn reputatie niet schaadden. Boris Vian liet in zijn beroemde roman ‘Herfst in Peking’ een arts opdraven die ervoor zorgde dat het aantal genezingen altijd eentje meer was dan het aantal sterfgevallen. De priester wil in principe pastoor of bisschop worden maar het echte genieten vindt plaats in de biechtstoel. Het scala aan zonden dat daar voorbijkomt, daar kun je de hele ‘Telegraaf’ van zaterdag mee vullen. De overeenkomst tussen de arts en de priester is, dat je jezelf voor beiden graag uitkleedt. Wederom blijft de gymnasiast buiten schot.

‘Semper perfide’ betekent letterlijk ‘altijd verraderlijk’ maar dat is ook een duidelijke overeenkomst met de arts en de priester. Ik ga dit notatievelletje nooit gebruiken.

Toon M

Geen opmerkingen:

Een reactie posten