woensdag 28 december 2016

DSC 2 - Stukkenjagers 6: 5-3 

En dus verlieten wij bedrukt en ontevree,
Die gordel van smart ( voor ons toch!)
Die zich daar slingert tussen NAC en Willem II.

En we waren nog wel zo vriendelijk ontvangen in Dongen. Het aanwezige hondje in de speelzaal blafte ons bemoedigend toe –vooral bij foute zetten onzerzijds-, de seniordame naast René z’n bord gezeten, als extra waakhond, wist van geen wijken en toch kregen we in deze ambiance kouwe voeten. Osman Hamraz raakte naar eigen zeggen verblind door de schoonheid van het roodharige barmeisje, liep een rood hoofd op en kreeg een nul. Ikzelf speelde een tam partijtje. Nadat beide koningen de hen beschermende pionnen hadden zien verdwijnen, werd de vlag gestreken, remise. Hoe het de rest verging lees je hieronder in een persoonlijk verslag.

Jan Weijters:
Hierbij mijn verslag van de partij tegen Frans v.d. Burght van de Dongense Schaakclub.
Ik wil beginnen met de constatering dat ik de nederlaag volledig aan mezelf te wijten heb! 
Vanuit Eindhoven vertrok ik 1 minuut te laat met de trein, waardoor ik al direct in de stress raakte. Maar op het traject werd het verschil weer geneutraliseerd. Toen de trein ons beruchte parkeerterrein passeerde zag ik Cees en Ivar staan wachten op de overige leden van het team. Om 12.05 u liep ik snel van het station naar de afgesproken plek. In opperste concentratie werd ik opgeschrikt door het geclaxonneer van onze teamleider die mij enthousiast toezwaaide. 
Even later waren we op weg naar de speellokatie "De Heeren van Dongen". Wij mochten aantreden tegen het tweede team van DSC.
Mijn tegenstander was een gepensioneerde militair, die over de kwalijke eigenschap beschikte om hardop commentaar te geven: dat was niet zo slim van mij, ik maak wel meer fouten, die zet had ik ook gedaan, tja er is niets anders mogelijk, en meer van dergelijke kwalificaties. Best wel irritant, ik weet niet of het bewust was, laat ik uitgaan van het goede in de mens en hem als aardig bestempelen.
De partij begon wild: b2-b4, een opening die bekend staat als de Poolse opening, Sokolsky-opening of de Oerang Oetan. De laatste benaming was van Tartakower die in 1924 tijdens een schaaktoernooi in New York in een dierentuin een Orang Oetan zag die hem deed denken aan de b-pion die bij de Sokolsky-opening omhoog klauterde.
Eigenlijk had ik het plan opgevat om origineel te openen op een rustige e4 of d4-opening, maar nu werd ik zelf verrast. Na even te hebben nagedacht koos ik toch maar niet voor f7-f5 en antwoordde met d7-d5. Hij fiancetteerde de Dameloper en na de opening en in het middenspel stonden zowel mijn pionnen als mijn stukken beter opgesteld met twee aanvallende lopers op de Damevleugel. De hele wedstrijd had ik een goede tijdcontrole, ik stond op dat punt steeds voor. Tegen het eind ging ik wat meer tijd gebruiken omdat ik toch wel aan winnen dacht. Als team stonden wij eerst voor met 2-0 dankzij René en Ivar, echter toen ik als laatste achter het bord de kastanjes uit het vuur moest slepen ging het mis. Ik moest winnen om voor het team een wedstrijdpunt te behalen, ging risico's nemen en dat pakte verkeerd uit. Ergens in de zaal lag een hond onder de tafel van tijd tot te janken en dat wilde ik zelf ook het liefst doen. Ik deed nog een uiterste poging om op de Damevleugel een van mijn pionnen te laten promoveren, maar mijn tegenstander slaagde daar eerder in en toen was het over en uit. Over de opzet van de partij ben ik tevreden maar over het resultaat uiteraard niet. Sorry jongens!

René Davidse:
Bord 8: Met zwart tegen Arnold van de Hout c.s
De klokken werden iets later ingedrukt omdat nog niet alle toeschouwers binnen waren.Het werd een rustige opening van beide kanten met het vierpaarden spel.Ik besefte dat dit een lange zit zou worden met omzichtig manoeuvreren waarbij ik mijn concentratie moest zien vast te houden.Maar nadat ik een drankje aangeboden kreeg van een lieftallige dame en mijn tegenstander niet, flitste het woord uitdrogingsverschijnselen door mijn hoofd.
Maar de partij werd abrupt beëindigd toen rond de 20ste zet een clash ontstond tussen de torens en beide dames.  De dame op het bord wel te verstaan want de dame naast mij toonde toch wel enige sympathie voor mijn spel naarmate de partij vorderde. Zij deed geen vlieg kwaad, dat zag je zo! Na een misrekening van mijn tegenstander waarbij hij zijn dame en één van de torens verloor gaf hij direct op. Mijn eerste punt voor Stukkenjagers 6 is  in de pocket! 
Wil Wouts:
In wezen stond ik goed, echter offerde te snel een stuk om ruimte op zijn koningsvleugel te krijgen.
Dat ik daarna een rekenfout maakte en hem met een tussenschaakzetje de kans gaf een toren te winnen, maakte het niet beter.  Dat we uiteindelijk een 100% betere score hadden dan voorheen is  prijzenswaardig. Er had veel meer ingezeten.
Jan van den Dries:
Het was een spannende partij op bord 5. Ik kwam met wit goed en aanvallend uit de opening en had een sterk centrum met pionnen op c4, d4 en e4. Ik overzag in het middenspel helaas dat ik een pion kon winnen maar tien zetten later won ik een paard door onoplettendheid van de tegenstander. Hij had daarentegen een levensgevaarlijk loperpaar en dwong me uiteindelijk een paard terug te geven. In het eindspel had hij het loperpaar en drie pionnen en ik paard, loper en drie pionnen. Uiteindelijk werd het na herhaling van zetten een toch wel voor beide partijen terechte remise. Mijn eerste externe halfje dit seizoen en dat koester ik dus maar.

Hans van Driel:
Tegenstander bleek mijn d4-opening uit het hoofd te hebben geleerd, nam vervolgens het initiatief over en liet mij verkleumd en verbouwereerd het nakijken met 1 pion meer die kon doorschuiven naar het dame-schap.
Ivar van der Heide:
Ik mocht met zwart op bord 4 spelen tegen Maarten Daamen.Na een wat saaie opening zag ik een kans om zijn  E pion te verdubbelen. Deze kans heb ik maar gepakt want meer zat er volgens mij niet in. Na wat zetjes die er weinig toe deden besloten we het eindspel in te gaan. Als een malle begon mijn tegenstander alles af te ruilen wat er maar te ruilen viel. Op het bord stonden alleen nog pionnen en 2 koningen. Helaas voor mijn tegenstander ( en gelukkig voor SJ6) deed wit 1 zet verkeerd. Ik kon met mijn koning naar het centrum wandelen om zo een veel actievere koning te creeren. Wit deed nog wat nietszeggende pionzetten en besloot toen de handdoek in de ring te gooien. Eindelijk weer een overwinning op mijn naam.
Tja, het had per saldo beter gemoeten, maar hoe doe je dat met kouwe voeten?
Cees Zoontjens

Geen opmerkingen:

Een reactie posten